Corporatiekracht blog 21-1-2019
Dat de oppositie kritisch is over dit akkoord is relatief eenvoudig te verklaren door de komende verkiezingen. Maar dat de VVD ook openlijk afstand lijkt te nemen door het interview met Klaas Dijkhof in de Telegraaf, is opmerkelijk. De te nemen maatregelen zullen alle burgers en bedrijven in Nederland in meer of mindere mate raken en dan mag je toch verwachten dat de coalitiepartijen met elkaar de regie willen voeren en elkaar niet voor rotte vis uitmaken omwille van politiek gewin. Het doet een beetje denken aan het Brexitdebat in het Verenigd Koninkrijk waarbij de premier invulling probeert te geven aan de uitkomst van het referendum en zij ondertussen door haar eigen partijleden met één van de grootste politieke nederlagen uit de geschiedenis wordt geconfronteerd. Wij vinden de Britse chaos hier allemaal onbegrijpelijk maar de klimaatdiscussie lijkt ook deze kant op te gaan. Want als het kabinet aan het onderhandelen is zonder mandaat wordt het nemen van besluiten wel erg ingewikkeld.
De Telegraaf lijkt zich te willen profileren als de bewaker van de belangen van de burgers. Vooruitlopend op de berekeningen van het PBL en CPB hebben zij de Rabobank gevraagd om het plan te beoordelen. De Rabobank kwam hierbij tot de volgende conclusie:
In het Ontwerp Klimaatakkoord zijn lang niet alle directe kosten begroot en veel kosten hebben vaak geen financiële dekking. Daardoor zijn er veel kostenposten zonder inkomstenpost. De budgettaire gevolgen voor het Rijk en de decentrale overheden zullen hierdoor aanzienlijk zijn. Het akkoord neemt zowel directe kosten (financiële en fiscale prikkels en maatregelen) als indirecte ‘verborgen’ kosten mee. Voorbeelden van deze indirecte kosten zijn: onderzoek, planning en uitvoering van verschillende programma’s, informatiefuncties zoals het beheer van expertisecentrums, inkoop en, last but not least, verhoogde wet- en regelgevingsactiviteiten vooral in de komende jaren. Het CPB zal de meer concrete maatregelen doorrekenen, maar de onbekende en onuitgewerkte maatregelen maken deze berekening moeilijk. Bij onduidelijke maatregelen of ongedekte uitgaven zullen aanvullende beslissingen van het kabinet nodig zijn. Pas dan kan ook worden gezegd bij wie de kosten terechtkomen. De voorzitter van het Klimaatberaad, Ed Nijpels, zei dan ook bij de bekendmaking van het ontwerp: ”Het verdelingsvraagstuk is bij uitstek een politiek vraagstuk. Dat kunnen en willen de partijen [achter het Klimaatakkoord] niet onderling oplossen. Zij vragen van de politiek heldere en rechtvaardige keuzes in de verdeling van lusten en lasten.”
Bovenstaande conclusie was voor de Telegraaf aanleiding om het Klimaatakkoord te bestempelen als financiële gatenkaas.
Het lijkt er sterk op dat door de (te verwachten) discussies over het middel, het realiseren van het doel (= realisatie van de klimaatdoelstellingen) uit het oog lijkt te worden verloren en er op korte termijn niemand voldoende aanknopingspunten heeft om de regie te kunnen voeren om dit doel te realiseren. Dat neemt niet weg dat Nederland zich wel heeft gecommitteerd aan het realiseren van klimaatdoelstellingen. Vastgoedeigenaren lijken er dan ook verstandig aan te doen om zich voorlopig te focussen op het nemen van no-regret maatregelen. Oftewel, investeringen die door voortschrijdend inzicht niet teruggedraaid hoeven te worden of in de toekomst niet als waardeloos kunnen worden beschouwd.